NTvL - 2023, nummer 1, mei 2023
drs. N. Colen , dr. W.W. Geense , dr. L. Strobbe , prof. dr. H. Bloemendal , R. Verstralen , prof. dr. L.A.L.M. Kiemeney
SAMENVATTING
Motivatie: Leefstijl beïnvloedt de prognose van kankerpatiënten tijdens en na behandeling in de zin van een betere kwaliteit van leven, een mogelijk lagere recidiefkans en minder comorbiditeit en mortaliteit. Het is onder andere aan de oncologisch zorgprofessional om met kankerpatiënten het leefstijlgesprek aan te gaan en hen, indirect, hulp te bieden. Het doel van deze studie is te achterhalen hoe, wanneer en tot op welk niveau oncologisch zorgprofessionals hun patiënten voorzien van informatie, advies en begeleiding over leefstijl en leefstijlinterventies ten behoeve van tertiaire preventie in de oncologische zorg. Methode en studiedesign: Voor deze cross-sectionele studie werd een vragenlijst afgenomen onder oncologisch zorgprofessionals werkzaam binnen het Radboudumc of Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ). De vra¬genlijst is afgenomen via Qualtrics. Resultaten werden gepresenteerd als percentages, gemiddelden en standaarddeviaties. Resultaten: 104 respondenten hebben de vragenlijst beantwoord (responspercenta¬ge 34%). Door oncologisch artsen wordt leefstijl in iets meer dan de helft van de consulten besproken (54,3%) en door de verpleegkundig oncologisch specialist (VOS) nog wat vaker (66,0%). Beiden geven zij aan patiënten te kunnen motiveren en weerstand uit te vragen. Zorgprofessionals geven aan patiënten wel te attenderen op hulpverleners, maar de helft verwijst zelden of nooit actief door. Artsen voelen zich vooral verantwoordelijk voor het aankaarten en informeren van patiënten, VOS voelen zich daarnaast ver¬antwoordelijk voor het coachen en begeleiden van patiënten voor leefstijlverbetering. Conclusie en impli¬catie: Binnen het huidige oncologisch consult is leefstijl beperkt tot het soms aankaarten, informeren, mo¬tiveren en adviseren van patiënten. Leefstijlbespreking zou een vast onderdeel moeten worden binnen het oncologisch consult en verwijsmogelijkheden dienen duidelijk in kaart te worden gebracht.
(NED TIJDSCHR LEEFSTIJLGENEESKD 2023;1:13–21)
Lees verder